Sociale vaardighedenDoor de methode Kwink en De Gouden weken ontwikkelen de kinderen hun sociale vaardigheden. Welk gedrag is gewenst en welk gedrag ongewenst.
Trainen sociale vaardigheden We werken niet alleen aan het zelfvertrouwen. We besteden ook aandacht aan de vraag: hoe vertrouw je een ander en hoe ben je zelf te vertrouwen? We werken met de kinderen veel aan omgangsvormen en helpen hen inzicht te krijgen in hun eigen gedrag. We hebben duidelijke gedragsregels en in alle groepen wordt aandacht besteed aan het bevorderen van de sociale vaardigheden van de kinderen. In ons [noImage|NL|link;DWNLD;direct;39807|nvt|gedragsprotocol] staat duidelijk omschreven wat kc De Burcht hierbij voor ogen heeft.
Naast het Gedragsprotocol heeft De Burcht ook een [noImage|NL|link;DWNLD;direct;57745|nvt|Pestprotocol] Op De Burcht vinden wij pesten ongewenst gedrag. De pester wordt aangesproken op zijn woorden en daden. Al naar gelang de ernst, zal hij of zij gestraft worden. Dat zal in overleg gaan met de ouders. De gepeste zal begeleid worden in hoe te reageren op pesten. Dat blijft echter altijd een moeilijke zaak. Vaak vallen de pester, zowel als de gepeste na uitgebreide gesprekken en maatregelen weer terug in het oude gedrag. Op De Burcht wordt in de loop van het schooljaar daar SoVa training voor gegeven en een cursus Omgaan met je Boosheid. Nu worden wij regelmatig geconfronteerd met een nieuwe vorm: Het digitaal pesten. Kinderen maken erg veel gebruik van internet en hebben vaak ook al een mobiele telefoon. Een groot deel van hun leven speelt zich tegenwoordig online af. Dit betekent ook dat naast ‘gewoon’ pesten ook digitaal pesten of cyberpesten kan voorkomen: pesten, treiteren of intimideren via e-mail, chat, mobiele telefoons of andere digitale hulpmiddelen. Gemak en anonimiteit van internet veroorzaken ook ongeremder pestgedrag dan in het werkelijke leven. De grenzen van taalgebruik worden verlegd, en er kunnen filmpjes en foto’s gebruikt worden om digitaal te pesten. Kinderen durven meer via internet. Ouders en leerkrachten grijpen minder vaak in, niet omdat ze niet willen, maar omdat digitaal pesten moeilijker te achterhalen is. Net als ‘normaal’ pesten is digitaal pesten onaanvaardbaar. Ouders, leerkrachten, maar ook kinderen zelf moeten er op letten en reageren. Ouders kunnen helpen in de thuissituatie digitaal pesten niet te accepteren: kinderen moeten leren dat anoniem online zijn niet betekent dat zij zich onverantwoordelijk kunnen gaan gedragen. Ze moeten hun eigen rechten en verantwoordelijkheden kennen en weten hoe ze de rechten van anderen kunnen respecteren. We moeten de kinderen het gevoel geven dat ze bij ons terecht kunnen wanneer zij (digitaal) gepest worden. De kinderen moeten zich veilig voelen om dat te doen. We zullen er dan ook altijd serieus op ingaan. In vooral de hogere groepen wordt er over gesproken. We leren de kinderen dat het digitale pesten niet alleen een emotioneel gevolg heeft, maar ook een digitale. Wat eens op internet gezet is, is daar heel moeilijk weer van te verwijderen. Belangrijk is dat ouders en school samen moeten werken in het bestrijden van het digitaal pesten. Wij vragen u dan ook wanneer u een vermoeden hebt, dit kenbaar te maken aan de leerkracht van uw kind. Dan kunnen wij in overleg met u inspelen op het probleem.
"Een onderwijzeres in New York onderwees haar klas over de gevolgen van pesten. Ze gaf hen de volgende opdracht. Ze gaf alle kinderen in de klas een stuk papier en zei hen het te verfomfaaien, het te verkreukelen, er een prop van te maken, het op de grond te gooien en er op te stampen. Kortom er echt een puinhoop van te maken, maar het niet te verscheuren. De kinderen vonden dat wel een leuke opdracht en deden hun best het blad zo veel mogelijk te verkreukelen. Toen kregen ze de opdracht om het papier voorzichtig weer open te vouwen, zodat het niet scheurde en het weer glad te strijken. Ze liet hen zien hoe vol littekens en vuil het papier was geworden. Toen zei ze de klas dat ze het papier moesten zeggen dat het hen speet dat ze het zo verkreukeld hadden. Maar hoe vaak ze ook zeiden dat het hen speet en hoe ze hun best ook deden om de kreukels weer uit het papier te halen, het lukte hen niet om het blad in de vorige gladde staat terug te krijgen. Ze wees haar leerlingen op alle littekens die ze achterlieten. En dat die littekens nooit meer zullen verdwijnen, hoe hard ze ook probeerden ze te repareren. Dat is wat er gebeurt als een kind een ander kind pest. Je kan zeggen dat het je spijt, je kan proberen het weer goed te maken, maar de littekens zijn er en die blijven. Mensen van 80 kunnen nu nog navertellen hoe ze op de lagere school gepest werden. De kreukels gingen er niet meer uit. De gezichten van de kinderen in de klas vertelden haar dat haar boodschap was overgekomen.
Samen Sterk en Kwink, omschreven bij Sociale-emotionele ontwikkeling, helpen ons en de kinderen om te gaan met pesten, pesters en gepesten. |