Veilige omgeving - Sociale veiligheid & pestbeleid
Ons streven is dat kinderen zich op ons kindcentrum veilig voelen en dat ze vertrouwen hebben in zichzelf en in de ander. Elk kind moet optimaal tot zijn recht komen met daarbij aandacht voor persoonlijke vreugde. Naast aandacht voor de leervakken besteden we ook veel aandacht aan gewenst sociaal gedrag en het aanleren van vaardigheden om dit te kunnen. Zijn er problemen, dan lossen we die met elkaar op. Hoe we dit doen en hoe we omgaan met ongewenst (pest)gedrag is beschreven in ons gedragsprotocol
Samen Sterk en Kwink helpen ons en de kinderen om te gaan met pesten, pesters en gepesten. Onze gedragsspecialist is de coördinator van het pestbeleid. Zij is ook het aanspreekpunt voor het melden van pestincidenten.
Wij vinden pesten ongewenst gedrag. De pester spreken wij aan op zijn woorden en daden. Al naar gelang de ernst, volgt er een consequentie. We betrekken hier ook de ouders bij. De gepeste begeleiden we in hoe te reageren op pesten. Dat blijft altijd moeilijk, want de pester en de gepeste vallen, ondanks uitgebreide gesprekken en maatregelen, helaas vaak weer terug in hun oude gedrag.
Digitaal pesten
Een nieuwe vorm van pesten is digitaal of cyberpesten. Kinderen maken erg veel gebruik van internet en hebben vaak ook al een mobiele telefoon. Een groot deel van hun leven speelt zich tegenwoordig online af. Dit betekent dat naast ‘gewoon’ pesten cyberpesten kan voorkomen: pesten, treiteren of intimideren via e-mail, chat, mobiele telefoons of andere digitale hulpmiddelen. Gemak en anonimiteit van internet veroorzaken ook ongeremder pestgedrag dan in het werkelijke leven. De grenzen van taalgebruik worden verlegd en er kunnen filmpjes en foto’s gebruikt worden om digitaal te pesten. Kinderen durven meer via internet. Ouders en professionals grijpen minder vaak in. Niet omdat ze niet willen, maar omdat digitaal pesten moeilijker te achterhalen is.
Net als ‘normaal’ pesten vinden wij digitaal pesten onaanvaardbaar. Ouders, professionals, maar ook kinderen zelf moeten erop letten en reageren. Ouders kunnen helpen in de thuissituatie digitaal pesten niet te accepteren: kinderen moeten leren dat anoniem online zijn niet betekent dat zij zich onverantwoordelijk kunnen gaan gedragen. Ze moeten hun eigen rechten en verantwoordelijkheden kennen en weten hoe ze de rechten van anderen kunnen respecteren.
We doen er alles aan om de kinderen het gevoel te geven dat ze bij ons terechtkunnen wanneer zij (digitaal) gepest worden. Zij moeten zich veilig voelen om dat te doen. We gaan er dan ook altijd serieus op in. In vooral de hogere groepen besteden we hier structureel aandacht aan, bijvoorbeeld door lessen vanuit bureau Halt en Facet. We leren de kinderen dat het digitale pesten niet alleen emotionele gevolgen heeft, maar ook digitale, want wat eens op internet gezet is, is daar heel moeilijk weer van te verwijderen.
Belangrijk is dat ouders en wij samenwerken in het bestrijden van het (digitaal) pesten. Wij vragen u dan ook wanneer u een vermoeden heeft, dit kenbaar te maken aan de leerkracht van uw kind. Dan kunnen wij in overleg met u het probleem aanpakken.
Kreukels blijven
‘Een onderwijzeres in New York onderwees haar groep over de gevolgen van pesten met de volgende opdracht. Ze gaf alle kinderen een stuk papier en zei hun het te verfomfaaien, het te verkreukelen, er een prop van te maken, het op de grond te gooien, erop te stampen, er echt een puinhoop van te maken, maar het niet te verscheuren. De kinderen vonden dat wel een leuke opdracht en deden hun best het blad zo veel mogelijk te verkreukelen. Toen kregen ze de opdracht om het papier voorzichtig weer open te vouwen, zodat het niet scheurde en het weer glad te strijken. Ze liet hun zien hoe vol littekens en vuil het papier was geworden. Toen zei ze tegen de groep dat ze het papier moesten zeggen dat het hun speet dat ze het zo verkreukeld hadden. Maar hoe vaak ze ook zeiden dat het hun speet en hoe ze hun best ook deden om de kreukels weer uit het papier te halen, het lukte niet om het blad in de gladde staat terug te krijgen. Ze wees de kinderen op alle littekens die ze achterlieten. En dat die littekens nooit meer verdwijnen, hoe hard ze ook probeerden deze te repareren. Dat is wat er gebeurt als een kind een ander kind pest. Je kan zeggen dat het je spijt, je kan proberen het weer goed te maken, maar de littekens zijn er en die blijven. Mensen van 80 kunnen nu nog navertellen hoe ze op school gepest werden. De kreukels gingen er niet meer uit. De gezichten van de kinderen vertelden haar dat haar boodschap was overgekomen.’